LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen
LUNAK
2017 Bezoek aan een herinnering - Russell “Rusty” Waughman
In 2016, nadat we Project Propellor (een jaarlijks terugkerende reünie voor +/- 150 Britse luchtmacht veteranen die vanuit elke hoek in Engeland worden aangevlogen door huidige piloten die zich vrijwillig opgeven, in Leeds East/Church Fenton) bezochten, hadden we een ontmoeting met de 94-jarige Russell "Rusty" Waughman DFC AFC Ld’H (Distinguished Flying-, Air Force Cross, Légion d’Honneur).
Later die avond vernamen we meer over de oorlogservaringen van Rusty, ons verteld door Graham Cowie, die niet alleen de organisator is van Project Propellor, maar die tevens ook een zeer goede vriend is van Rusty Waughman. Nadat hij al jaren over zijn vele operaties boven vijandelijk gebied en ervaringen had verteld was er één herinnering uit 1944 waar hij toch vaker aan dacht. Op zijn twintigste missie vlogen ze richting het spoorwegencomplex in Hasselt. Tien minuten na middernacht en al vliegend in de laatste rechte lijn naar het doel schreeuwde zijn mekanieker “Bloody Hellfire!” gevolgd door een botsing.
Die avond in 2016 in Leeds East werd de suggestie gemaakt dat het wel een idee zou zijn als we Rusty terug naar Hasselt zouden brengen. Zo werd het uiteindelijk gepland voor het laatste weekend van augustus 2017. John Zarno, die ook een vrijwillige piloot is voor Project Propellor, ging direct akkoord om Rusty en Graham over te vliegen. Dat weekend was het ook opendeurdag bij Aero Kiewit in Hasselt. John kon met zijn toestel evenwel niet landen in Kiewit omdat het een graspiste is, en moest uitwijken naar het vliegveld in Deurne, maar welke manier is er beter om een 94 jarig voormalig Lancasterpiloot uit te nodigen en om nog eens over Hasselt te vliegen. Daarom regelden we een vlucht in een Harvard, bestuurd door Danny Cabooter, de co-stichter van het Stampe en Vertongen Museum, en zo vlogen ze over Hasselt richting Kiewit, waar Rusty als eregast werd ontvangen. Eens geland aldaar werden ze begroet door The Merlins, een historische WO2 RAF re-enactment groep. Het was een plezante aankomst en zeker ook geapprecieerd, maar Rusty die een enorm gevoel voor humor heeft, begon zich al direct af te vragen hoe één van de mannen het toch zo volhield op zo’n warme dag in een Irving jas.
Als eregast, werd Rusty niet alleen ontvangen door iemand van het gemeentebestuur, de lokale reporters en tv journalisten, maar ook twee F-16’s van de Belgische luchtmacht passeerden even om een groet te brengen.
Die namiddag gaf Rusty een voordracht voor een talrijk opgekomen publiek, niet alleen over zijn tijd bij de Royal Air Force, maar ook in het bijzonder over de operatie naar Hasselt. Een groot deel van de Lancaster NN775, die vorige jaar in Bunsbeek werd opgegraven, diende als achtergrond. De presentatie werd geleid door Graham Cowie en Cynrik De Decker, die tevens ook instond voor de vertaling.
Nadien konden de aanwezigen vragen stellen, met Rusty op de foto gaan, of zelfs een handtekening vragen. Maar Rusty is een echte familieman, en zijn aandacht ging al vlug naar de kinderen die bij deze unieke gelegenheid zijn originele vliegmuts konden opzetten.
Later die avond, tijdens een meer relaxte sfeer, was het een absoluut privilege om met Rusty te kunnen spreken over onderwerpen die niet zo voor de hand liggend zijn, sommige ervaringen lagen toch nog vers in het geheugen, maar de man is zo’n grote persoonlijkheid met een geweldige spirit, en elke vraag werd dan ook beantwoord.
Tijdens de nacht van 11 mei 1944 toen Rusty naar Hasselt vloog, werden er ook nog twee andere doelwitten in België aangevallen. Verschillende bommenwerpers gingen er die nacht verloren en er was behoorlijk wat Duitse nachtjageractiviteit die in latere publicaties voor verwarring zorgden en waarbij sommige details verkeerd werden genoteerd. Als gevolg van de onderzoeken in de voorbije jaren kon vastgesteld worden dat er twee Lancasters van 103 squadron in aanmerking kwamen, één daarvan was de ND700, gevlogen door Wing Commander Goodman, maar waarvan gedacht wordt dat deze werd neergeschoten door een Duitse nachtjager. Alhoewel een derde Lancaster van het 460 squadron neerkwam in dezelfde regio, maar deze kon uitgesloten worden omdat de gehele bemanning het overleefde en in latere correspondentie die we hadden met de bemanning kon met absolute zekerheid vastgesteld worden dat zij werden neergeschoten door een Duitse nachtjager.
Gebaseerd op de herinneringen van Rusty, en ooggetuigenverslagen op de grond, is het bijna met zekerheid te zeggen dat de andere Lancaster die in de botsing kwam, de JB733 van het 103 squadron was, gevlogen door de 22 jarige Flying Officer Richard Whitley. De gehele bemanning kwam hierbij jammer genoeg om het leven en ze werden op Fort 3 in Borsbeek begraven.
Toen we de volgende dag de crashplaats en het monument van de JB733 in de Verkenstraat in Hallaar bezochten, tezamen met Benny Ceulaers en Steven Volckaerts, twee bevriende onderzoekers, kregen we het gezelschap van Gaston die als kleine jongen de crash had beleefd. Rusty vertelde in zijn eigen woorden: “de Lancaster kwam van de stuurboordzijde en vloog ons onderdoor waarbij onze twee binnenste motorgondels werden beschadigd, zijn propellers sneden door het compartiment waar mijn bommenrichter zich bevond waarbij zijn voeten net werden gespaard. De geschutskoepel van die Lancaster beschadigde niet alleen onze romp onderaan, deze sneed ook door de twee achterste verstevigingsbalken en we verloren ook een deel van onze staart. Voor een moment lagen we bovenop hen, het leek wel een eeuwigheid terwijl het eigenlijk maar enkele seconden was alvorens ze wegvielen. Ik kreeg op dat moment geen goede beschrijving van de jongens van wat er gebeurde of wat ze zagen, alleen dat ze het vliegtuig in stukken hadden zien breken toen het neerviel. Toen verdween het in de wolken maar een explosie op de grond kon nog wel waargenomen worden. Parachutes hadden ze niet gezien.”
Gaston vervolledigde het verhaal en vertelde aan Rusty wat er op de grond was gebeurd. Wanneer hij zei hoe de bemanning was gevonden repliceerde Rusty: “zo hebben wij dat nooit ervaren, we hebben nooit dode lichamen gezien, alleen lege bedden. Het is een zeer spijtige zaak, en waarom?”, eindigde Rusty terwijl hij zijn hoofd schudde.
Ondanks alle schade vloog de bemanning toch dapper verder richting Hasselt. Zij konden niet ontsnappen aan een Duitse aanval moest het nodig geweest zijn want elke bruuske beweging van het toestel zou de staart doen afbreken, maar toch bleven beide schutters op post voor de verdere vlucht. Terug op de basis in Ludford Magna moest Rusty zijn Lancaster landen op één wiel, het andere was door de botsing onklaar geraakt. Maar de Lancaster veerde terug op nadat hij de landingsbaan had geraakt, geraakte naast de baan, en zijn onderstel brak af.
Als afsluiter van de dag bezochten we ook nog het monument voor de Goodman-bemanning in Oostmalle, gevolgd door een bezoek aan Schoonselfhof begraafplaats waar beide bemanningen begraven liggen. Het werd een zeer emotioneel moment voor Rusty die niet alleen zijn respect betuigde tegenover de jongens, hij legde tevens ook een bloemenkrans neer aan het herinneringskruis op de begraafplaats, en herinnerde zich op die zonnige namiddag: “je kan het je niet voorstellen op een dag zoals vandaag, maar ze moeten een gruwelijke dood gestorven zijn: poor buggers - arme drommels! Het doet me alleen maar realiseren hoeveel geluk ik heb gehad.”
English version of the article
(Tekst: Wim Govaerts - foto's : Cynrik de Decker , Steven Volkaerts, Benny Ceulaerts, Wim Govaerts en Jef Pets)
Klik op de foto's hierna om het bezoek van "Rusty" te bekijken.