LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen
LUNAK
NOODLANDING WELLINGTON BOMMENWERPER OP ANTWERPEN
Op de avond van 05/08/1941 vertrok de Vickers Wellington Mk II van het Royal Air Force 12de Squadron Bomber Command op de basis van Binbrook (Groot-Brittannië). Wegens technische problemen diende het toestel later op te stijgen dan de 3 andere Wellingtons voor een missie op Duitsland. Het doelwit was de in Aken gevestigde bandenfabriek van Englebert. Englebert was een Belgisch rubber verwerkend bedrijf met filialen in het buitenland waaronder ook in Duitsland. Aangezien de drie Wellington bommenwerpers eerder al hun bommen boven het doel hadden afgeworpen was de hemel verlicht door de ontstane branden op de grond. Het duurde dan ook niet lang voor de Wellington G for George (PH-G) in het vizier kwam van de Duitse luchtafweer en een treffer kreeg te verwerken in de rechtermotor. Na het afwerpen van de bommenlast en het blussen van de brandende motor vlogen ze terug naar huis en hoopten ze om op de Noordzee een noodlanding te kunnen maken.
Boven Belgisch grondgebied, meer bepaald boven Antwerpen, doemde plots de toren van de kathedraal op voor de bommenwerper. Op het nippertje kon deze ontweken worden wat zich vertaalde in een aanzienlijk hoogteverlies. De Noordzee halen was geen optie meer en de piloot werd genoodzaakt om een noodlanding te maken op het door de Duitsers bezette vliegveld (Fliegerhorst) van Antwerpen. Tot hun grote verbazing kwamen er geen soldaten aandraven en besloot de zeskoppige bemanning om zich op te splitsen in twee groepen en het hazenpad te kiezen. Eén groep keerde terug naar de bommenwerper om het toestel in brand te steken zodat de nieuwste Rolls Royce Merlin motoren (gebruikt in de Spitfire) niet onbeschadigd in handen van de Duitsers zouden vallen. Vervolgens begon de bemanning aan hun ontsnappingstocht in de hoop om niet door de Duitsers opgepakt te worden.
De bemanning van de Wellington bestond uit:
Flt Lt Roy Langlois (piloot) - Sgt John McLarnon (co-piloot) - Flt Sgt Richard Copley (radio-operator) - Sgt Jack Newton (voorste geschutskoepel) - Sgt Harold Burrell (navigator) en Sgt Robert Porteous (staartschutter).
De ontsnappingsgroep met Burrell, McLarnon en Porteous werden krijgsgevangen genomen in Toulouse (Frankrijk) op 13/09/1941. De groep met Copley, Langlois en Newton werden naar Brussel gevoerd. Copley en Langlois werden er gevangen genomen op 02/10/1941, Newton kon als enige ontkomen omdat hij op een ander onderduikadres dan zijn kompanen werd ondergebracht.
Jack Newton werd hierbij één van de eersten, zo niet de eerste, die terug naar Groot-Brittannië kon gerepatrieerd worden via de Belgische ontsnappingslijn Komeet - Ligne Comète - Comet-line.
Jack Newton liet achteraf een schilderij maken van de noodlanding op Antwerpen en wou het graag overhandigen aan de stad Antwerpen. Spijtig genoeg kreeg hij hierop geen respons. De Commandant van de Luchthaven van Antwerpen, de heer Paridaens, werd wel bereid gevonden om het kunstwerk in ontvangst te nemen. In 1997 kwamen Jack en Mary Newton naar Antwerpen en kreeg het schilderij een waardig onderkomen in de VIP-lounge op de luchthaven waar het de dag van vandaag nog steeds te bekijken is. Jack Newton overleed in 2003.
(Bronnen bij dit artikel : Jean Dillen - Aviation Society of Antwerp ASA - Luchthaven van Antwerpen - Publieke media - Persoonlijke documentatie)
Met hartelijke dank aan Jean Dillen, Dirk Verduyckt en de Luchthaven van Antwerpen voor hun bereidwillige medewerking.
(Tekst : Jef Pets - Foto's : Jean Dillen (+ maquette) - Herman Mertens - Guido Van Roy - Jef Pets)
Klik op het shilderij hieronder voor de beelden bij dit artikel.