LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen
LUNAK
A STAR IS (RE) BORN
Het Stampe & Vertongen museum, gevestigd op de luchthaven van Antwerpen, bezit een prachtige en uitgebreide verzameling vliegtuigen en tal van andere unieke luchtvaart gerelateerde stukken. Naast een aantal andere vliegwaardige toestellen uit Wereldoorlog I hebben zij ook een Fokker D-VII in hun collectie. Men is volop in de weer om deze tweedekker opnieuw te laten vliegen. Op 08/03/2022 werd het vliegtuig uit het museum gehaald om een eerste motortest (run-up) uit te voeren. Na slechts een paar pogingen om te starten, sloeg de motor aan en draaide een tijdlang op stationair toerental. Het prachtige geluid van de Gipsy Queen 205pk sterke motor klonk als muziek in de oren. Danny, de voorzitter van het museum, zijn zoon Aaron en Bruno slaakten een zucht van opluchting. Een eerste grote stap werd gezet naar het beoogde einddoel, vliegen met dit fantastisch jachtvliegtuig.
In het kort de geschiedenis van het toestel:
De Fokker D-VII kwam in 1918 op het strijdtoneel en bleek al gauw een uitstekend jachtvliegtuig te zijn. Zo goed zelfs dat het met naam werd vermeld in het Verdrag van Versailles. Hierin werd beschreven dat de Duitsers alle Fokker D-VII’s onmiddellijk aan de Geallieerden moesten overdragen. Aanvankelijk hadden de piloten een Mercedes motor ter beschikking die 160 pk produceerde. Later werd het toestel voorzien van een BMW-motor die 185 paarden in huis had. Enkele gegevens:
Lengte 7 m, hoogte 2,8 m, spanwijdte 8,9 m, leeggewicht 700 kg en maximum gewicht 878 kg, snelheid +/- 200 km/u en een actieradius van 1 uur 30 minuten.
Van de 75 exemplaren die België verwierf als oorlogsbuit kwamen er uiteindelijk 35 toestellen bij het Belgisch Militair Vliegwezen. 9 kregen een civiele thuis. De eerste Fokker D-VII die in 1920 in het Belgisch register werd ingeschreven was de O-BEBE.
In hun pas opgerichte vliegschool “Ecole d’Aviation Anvers” gebruikten Jean Stampe en Maurice Vertongen 3 van deze toestellen. Deze droegen de Belgische registraties
O-BABY, O-BISE en O-BOBE.
De moviestar van het Stampe & Vertongen museum:
De Fokker D-VII van het museum werd in 1965 gebouwd door Rousseau Aviation in Frankrijk (F-BNDG) en kreeg als naam Fokker D-VII - 65. Naast nog 2 andere replica D-VII's (F-BNDF en F-BNDH) speelde het toestel een hoofdrol in de film The Blue Max, een Engelse oorlogsfilm uit 1966 met oa George Peppard, James Mason en Ursula Andress in de cast.
Na de filmopnames kwam de tweedekker in Ierland (EI-APT) terecht. Hier raakte het vliegtuig ernstig beschadigd en was het niet meer vliegwaardig. Na een verblijf in de Verenigde Staten van Amerika in het Ryder’s Replica Fighter Museum in Alabama, verkaste de filmster richting Europa en richting het Stampe & Vertongen museum (N903AC). Hier werd de legendarische Fokker D-VII volledig gerestaureerd en voorzien van het kleurenschema zoals het destijds vloog als O-BOBE bij de Ecole d’Aviation Anvers.
De toekomst:
Verdere tests zullen worden uitgevoerd om de Fokker D-VII daar te krijgen waar het in zijn element is, het luchtruim. Hier en daar zullen ook nog aanpassingen dienen te gebeuren om de veiligheid van de piloot te kunnen garanderen.
Wij wensen het team en alle betrokkenen veel succes toe om het beoogde doel te bereiken en we kijken er reikhalzend naar uit om de ster uit The Blue Max opnieuw in de lucht te zien schitteren.
Met dank aan het Stampe & Vertongen museum, Danny en Aaron Cabooter, Bruno Bedert en Dirk Buytaert, voorzitter van de Aviation Society of Antwerp (ASA), voor hun bereidwillige medewerking en het verstrekken van de nodige informatie om dit artikel te kunnen samenstellen.
(Tekst & Beeldmateriaal : Jef Pets)
Klik op de foto hieronder voor het beeldverslag, klik HIER voor een filmfragment.
Het Stampe & Vertongen museum, gevestigd op de luchthaven van Antwerpen, bezit een prachtige en uitgebreide verzameling vliegtuigen en tal van andere unieke luchtvaart gerelateerde stukken. Naast een aantal andere vliegwaardige toestellen uit Wereldoorlog I hebben zij ook een Fokker D-VII in hun collectie. Men is volop in de weer om deze tweedekker opnieuw te laten vliegen. Op 08/03/2022 werd het vliegtuig uit het museum gehaald om een eerste motortest (run-up) uit te voeren. Na slechts een paar pogingen om te starten, sloeg de motor aan en draaide een tijdlang op stationair toerental. Het prachtige geluid van de Gipsy Queen 205pk sterke motor klonk als muziek in de oren. Danny, de voorzitter van het museum, zijn zoon Aaron en Bruno slaakten een zucht van opluchting. Een eerste grote stap werd gezet naar het beoogde einddoel, vliegen met dit fantastisch jachtvliegtuig.
In het kort de geschiedenis van het toestel:
De Fokker D-VII kwam in 1918 op het strijdtoneel en bleek al gauw een uitstekend jachtvliegtuig te zijn. Zo goed zelfs dat het met naam werd vermeld in het Verdrag van Versailles. Hierin werd beschreven dat de Duitsers alle Fokker D-VII’s onmiddellijk aan de Geallieerden moesten overdragen. Aanvankelijk hadden de piloten een Mercedes motor ter beschikking die 160 pk produceerde. Later werd het toestel voorzien van een BMW-motor die 185 paarden in huis had. Enkele gegevens:
Lengte 7 m, hoogte 2,8 m, spanwijdte 8,9 m, leeggewicht 700 kg en maximum gewicht 878 kg, snelheid +/- 200 km/u en een actieradius van 1 uur 30 minuten.
Van de 75 exemplaren die België verwierf als oorlogsbuit kwamen er uiteindelijk 35 toestellen bij het Belgisch Militair Vliegwezen. 9 kregen een civiele thuis. De eerste Fokker D-VII die in 1920 in het Belgisch register werd ingeschreven was de O-BEBE.
In hun pas opgerichte vliegschool “Ecole d’Aviation Anvers” gebruikten Jean Stampe en Maurice Vertongen 3 van deze toestellen. Deze droegen de Belgische registraties
O-BABY, O-BISE en O-BOBE.
De moviestar van het Stampe & Vertongen museum:
De Fokker D-VII van het museum werd in 1965 gebouwd door Rousseau Aviation in Frankrijk (F-BNDG) en kreeg als naam Fokker D-VII - 65. Naast nog 2 andere replica D-VII's (F-BNDF en F-BNDH) speelde het toestel een hoofdrol in de film The Blue Max, een Engelse oorlogsfilm uit 1966 met oa George Peppard, James Mason en Ursula Andress in de cast.
Na de filmopnames kwam de tweedekker in Ierland (EI-APT) terecht. Hier raakte het vliegtuig ernstig beschadigd en was het niet meer vliegwaardig. Na een verblijf in de Verenigde Staten van Amerika in het Ryder’s Replica Fighter Museum in Alabama, verkaste de filmster richting Europa en richting het Stampe & Vertongen museum (N903AC). Hier werd de legendarische Fokker D-VII volledig gerestaureerd en voorzien van het kleurenschema zoals het destijds vloog als O-BOBE bij de Ecole d’Aviation Anvers.
De toekomst:
Verdere tests zullen worden uitgevoerd om de Fokker D-VII daar te krijgen waar het in zijn element is, het luchtruim. Hier en daar zullen ook nog aanpassingen dienen te gebeuren om de veiligheid van de piloot te kunnen garanderen.
Wij wensen het team en alle betrokkenen veel succes toe om het beoogde doel te bereiken en we kijken er reikhalzend naar uit om de ster uit The Blue Max opnieuw in de lucht te zien schitteren.
Met dank aan het Stampe & Vertongen museum, Danny en Aaron Cabooter, Bruno Bedert en Dirk Buytaert, voorzitter van de Aviation Society of Antwerp (ASA), voor hun bereidwillige medewerking en het verstrekken van de nodige informatie om dit artikel te kunnen samenstellen.
(Tekst & Beeldmateriaal : Jef Pets)
Klik op de foto hieronder voor het beeldverslag, klik HIER voor een filmfragment.
