LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen

LUNAK
WERELDOORLOG I - VAN VERKENNER TOT JACHTVLIEGTUIG

Aanvankelijk werden de vliegtuigen tijdens Wereldoorlog I ingezet als verkenners of "scouts". De toestellen waren onbewapend. Wat later werden er metalen pijlen naar beneden geworpen om soldaten op het slagveld te doden of te kwetsen. Nadien werden heuse handbommen boven de vijandelijke linies gedropt.
Geleidelijk aan begon men erover na te denken het vliegtuig te bewapenen, om de tegenstrever uit de lucht te kunnen schieten. Niemand heeft graag pottenkijkers boven zijn grondgebied. Zeker niet als het de vijand is die de coördinaten van uw stellingen bij terugkeer doorgeeft aan zijn artillerie.
Hoe kon men het machinegeweer gaan gebruiken zonder de schroef stuk te schieten ?

Eerst plaatste men de motor achteraan (duwpropeller), en het machinegeweer vooraan. Al snel bleek dat de duwprop niet efficiënt was op het vlak van kracht (snelheid) en vlieggedrag. Tevens was deze schroef opstelling dodelijk in geval van crashes. Vaak werd in dat geval de schroef een hakmolen voor de piloot ervoor.
Wat als je het machinegeweer op de bovenste vleugel monteerde ?

Dan kwam men op het idee om het machinegeweer boven op de vleugel te monteren. Deze opstelling zorgde ervoor dat men kon vuren buiten de omtrek van de schroefbeweging. Al snel kwamen een aantal nadelen aan het licht. De graad van succes om de tegenstander neer te halen was niet overtuigend.
De piloot diende constant te manoeuvreren om zijn kogels te laten inslaan, het minste dat zijn tegenstander van deze lijn afweek, was de piloot weerom genoodzaakt om zijn doel opnieuw te "zoeken" in zijn vuurlijn.
Ook het laden van de machinegeweren bracht de nodige ongemakken met zich mee. Een "Foster mounting" (slede om het machinegeweer te laden) bracht enig soelaas, maar een betere methode drong zich op.
Wat als men het machinegeweer vlak voor de piloot zou plaatsen ?

Om de schroef niet stuk te schieten werd een "deflector" op het schroefblad geplaatst, een uitvinding van de Fransman Raymond Saulnier.

De deflector werd ter hoogte van de vuurmond op de schroef bevestigd en was een stalen geleiding die de kogels deed afketsen als die in lijn zouden komen van de schroefbladen.
Hoewel niet altijd 100 % efficiënt (trillen van de motor in de ophanging) bleek het voor Luitenant Roland Garros letterlijk een schot in de roos te zijn. In korte tijd slaagde hij erin tal van toestellen neer te halen door gebruik te maken van dit systeem.

Op een gegeven ogenblik werd Garros neergehaald. Hoewel hij zijn toestel probeerde in brand te steken, zodat het niet in de handen van de vijand zou vallen, slaagde hij niet in zijn opzet. Het toestel (met het vernuftig systeem dat voor de vele successen zorgde) werd al snel overgebracht naar het atelier van de Nederlander Anthony Fokker (toen werkzaam voor de Duitse bezetter).
De geboorte van het machinegeweer dat door de schroef kon schieten !

In een mum van tijd zou hij de uitvinding van Saulnier tot het ultieme wapen maken.
Een machinegeweer dat stopte met vuren als de schroef voor de loopmond kwam.
Het concept bestond erin dat een onderbreker op de nokkenas geplaatst werd, die het machinegeweer op het juiste moment even het zwijgen oplegde.

Dit systeem kennen wij de dag van vandaag in onze automotoren, de nokkenas zorgt onder andere voor het openen en sluiten van de kleppen om de verbrandingscyclus mogelijk te kunnen maken. Vervolgens kwam er een combinatie van de twee mogelijkheden in omloop, zie de de laatste twee foto's.
Met dank aan het Koninklijk Legermuseum, de Heer Daniël Brackx en de Heer Rombaut.