LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen
LUNAK
TYPE AANDUIDING CESSNA
Cessna vliegtuigen worden dikwijls geïdentificeerd met een combinatie van letters en cijfers, op het eerste zicht compleet willekeurig toegekend. Wat is in ‘s hemelsnaam het verschil tussen een Cessna 180G en een 170B ? Er zit echter wel degelijk een zekere logica achter deze naamgeving. Laat ons even proberen hierin wat duidelijkheid te scheppen voor wat betreft de naoorlogse periode.
Laat ons beginnen met de 3 cijfers. Vanaf het einde van de 2e wereldoorlog kwamen de eenmotorige Cessna’s 120 en 140 op de markt, de 3 cijfers zijn het Modelnummer. Elk modelnummer verschilt dermate van het vorige of volgende modelnummer dat het in wezen om een ander vliegtuig gaat. Uiterlijk kan het zijn dat er amper verschillen merkbaar zijn, onderhuids zit een andere structuur die het gebruik van een nieuw modelnummer verantwoorden. Specifiek in het geval van de modellen 120 en 140 : de 120 was een goedkopere uitvoering van de 140, zonder flaps. Anders gezegd : de vleugelstructuur van de 120 was veel eenvoudiger wat een ander modelnummer rechtvaardigde.
De meeste compleet nieuwe Cessna modellen in de naoorlogse periode tot ruwweg half de jaren 1970 hadden een modelnummer eindigend op 0 : bv. De modellen 120, 140, 150, 170, 180 en 190.
Het eerste van de 3 cijfers geeft een indicatie van de aard van het toestel :
1 : lichte éénmotorige toestellen voor privé- en clubgebruik.
2 : zwaardere “utility” toestellen, vooral bedoeld voor de professionele gebruiker.
3 : lichte 2-motorige toestellen
4 : zwaardere 2-motorige toestellen met zuigermotoren of turboprops
5 : “eenvoudige” business jets
6 : “normale” business jets
7 : high-end business jets met groot vliegbereik
Uiteraard zijn er geen regels als er ook geen uitzonderingen op bestaan. Enkele van de militair georienteerde Cessna’s hebben afwijkende modelnummers die nergens in de hoger vermelde logica passen. Zo is de O-1/L-19 Bird Dog modelnummer 305, terwijl de T-37 Tweet en de ervan afgeleide A-37 Dragonfly modelnummer 318 kregen toegewezen.
Het 3e cijfer in het modelnummer heeft betrekking op eventuele varianten van het basismodel. De Cessna 170 werd, met aangepaste staartvlakken en een neuswiel, de welbekende Cessna 172, en op gelijkaardige wijze werd zo uit de Cessna 180 de 182 ontwikkeld.
Bovendien is het niet ongebruikelijk om van een bepaald vliegtuigmodel varianten met andere motoren aan te bieden. Zo werd de Cessna 172, voorzien van een krachtigere motor, het model 175. Blijkbaar gebruikt Cessna dit cijfer “5” dikwijls als het gaat om een krachtigere variant van een bestaand model. Goede voorbeelden hiervan zijn de modelnummers 180/185 en 190/195.
Het cijfer “2” komt regelmatig terug als een bestaand model gemoderniseerd wordt, zoals in het voorbeeld van de 170/172 en 180/182 hierboven. Varianten konden gerust tegelijkertijd in productie zijn, zodat de klant bv. kon kiezen uit een eenvoudige Cessna 170 met staartwiel of een 172 (of de krachtigere 175) met neuswiel.
Ook hier worden we geconfronteerd met ogenschijnlijke afwijkingen van de logica… Het model 177 Cardinal bijvoorbeeld past niet echt in bovenstaande redenering. De 177 was eigenlijk bedoeld als opvolger voor de 172 (vandaar de nummering in de “170” reeks), maar uiteindelijk werd het een aparte productlijn die vooral in de gesofisticeerde 177RG met intrekbaar onderstel een bepaalde populariteit ontwikkelde. De 172 en 177 bleven dus parallel in productie.
Een ander voorbeeld waar alle logica verdwenen lijkt : de modellen 205/206/207 Stationair/210 Centurion en 208 Caravan I. De Cessna 210 was een gesofisticeerde zeszitter met intrekbaar onderstel, en daaruit werd de vereenvoudigde 205 met vast onderstel ontwikkeld, die op zijn beurt aanleiding gaf tot de utilityversies 206 en de extra lange 207. Tot hiertoe zat er nog een zeker systeem in de nummering, maar dan kwam het model 208 Caravan I op de proppen, een grote eenmotorige turboprop die absoluut niets met de eerdere modellen had uit te staan. Dag logica !
De 3 cijfers worden dikwijls gevolgd door een letter, bv. 180E of 172M. Deze letters vertegenwoordigen de versie van een bepaald model. Naargelang er verbeteringen aangebracht werden in de levensloop van een bepaald model werd telkens een volgende letter toegekend. Zo zien we bij het model 180 bijvoorbeeld een eerste versie die eenvoudigweg 180 werd genoemd, gevolgd door de 180A, 180B om te eindigen op 180K. Halfweg de jaren 1970 werd van dit systeem afgestapt, vanaf dan worden de letters nog enkel toegekend als een bepaalde versie een groot verschil vertoont met een eerdere. Een goed voorbeeld hiervan is de Cessna 208 Caravan I, die beschikbaar is in korte (208 utilityversie en 208A cargoversie zonder ramen) en lange (208B) uitvoering.
Soms worden de 3 cijfers voorafgegaan door een letter, bv. A185E of F172M. Hier is zowat alle logica zoek, behalve waar het de letter F betreft : dit zijn toestellen die in Frankrijk bij Reims Aviation werden gebouwd.
In het geval van model 185 zou de letter A kunnen geïnterpreteerd worden als “alternative”, de 185E kon optioneel worden uitgerust met een “alternatieve” (krachtigere) motor en werd daardoor de A185E.
Op dezelfde manier kunnen we speculeren over de letter R die sommige versies van de 172 voorafgaat, bv. R172 Hawk XP. R voor Re-engined misschien ? De R172 is alleszins een krachtigere versie van de 172.
De tweezits Cessna 150 was verkrijgbaar in “Aerobat” versie, geschikt voor acro dus. Dit is in het modelnummer terug te vinden als A150, FA150 of FRA150… ook hier staat de F voor een in Frankrijk gebouwd exemplaar terwijl de R ook hier een krachtigere motor vertegenwoordigd.
Minder speculatief : de letter T staat logischerwijze voor Turbo in de modelaanduiding T182R. Even duidelijk is het gebruik van de letter U bij het model 206, die verkrijgbaar was in een normale zeszits uitvoering (206) of in een Utility uitvoering (U206) met aanpasbare interieurinrichting naargelang de te vervoeren lading (passagiers, para’s, vracht).
De versie met intrekbaar onderstel wordt in het geval van de 172 als 172RG aangegeven, maar bij de 182 wordt dat R182 (of TR182 indien een motor met turbo is gemonteerd). Hier is uniformiteit in de naamgeving compleet zoek.
Tenslotte vermelden we nog de commerciele naam die Cessna aan sommige modellen toekende. Alle Cessna 172’s hebben het modelnummer 172, maar enkel voor de basisversie (dus met een minimum aan luxe en instrumenten) was dit ook de volledige naam. De luxe-uitvoering (beter en luxueuzer uitgerust zowel op het vlak van comfort als cockpituitrusting) werd de Skyhawk of, afhankelijk van het geïnstalleerde instrumentarium, de Skyhawk II. Namen zijn natuurlijk eenvoudiger te onthouden dan cijfer/lettercombinaties, vandaar dat een model 172 algemeen bekend staat als Skyhawk. Strikt genomen is dit dus niet correct als het over de basisversie gaat.
Met het bovenstaande in het achterhoofd kunnen we niet anders dan concluderen dat er “een zekere” logica zit in de modelnummering van Cessna, doorspekt van talloze uitzonderingen. Vooral sinds halfweg de jaren 1970 heeft het marketingdepartement allicht het laatste woord gehad in nummering en naamgeving, wat het leven van de spotter er niet eenvoudiger op gemaakt heeft. Wie regelmatig met een Cessna door het luchtruim klieft zal het waarschijnlijk allemaal worst wezen, zolang het toestel doet waarvoor het ontworpen werd : probleemloos vliegen !
(Tekst & Foto's : Guido Van Roy)
Klik op onderstaande foto voor het foto's van de verschillende Cessna-types.