LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen

LUNAK
Bf109 OF Me109?

Als er in de pers gesproken wordt over het bekendste Duitse jachtvliegtuig (“de Messerschmitt 109”) uit WO.2 wordt zijn typebenaming op de meest uiteenlopende manieren gespeld. Wat vooral opvalt is het schijnbaar willekeurig gebruik van de aanduidingen Bf109 en Me109. Vanwaar die verwarring ?

We gaan terug naar de vroege jaren 1920. Willy Messerschmitt heeft zich net na de 1e Wereldoorlog ingeschreven als student aan de Technische Universität München, waar hij in 1923 afstudeert. Reeds voor de oorlog had hij samen met zijn vriend Friedrich Harth enkele zweefvliegtuigen gebouwd, hij kon dus al bogen op een zekere ervaring in de luchtvaart. Direct na het afstuderen start der Willy zijn eigen vliegtuigfabriekje op, opererend onder zijn eigen naam : Messerschmitt. Door de beperkingen die Duitsland opgelegd kreeg na het beëindigen van de 1e Wereldoorlog kunnen initieel slechts zweefvliegtuigen gebouwd worden, maar geleidelijk aan worden ook motorzwevers en passagiersvliegtuigen toegelaten.
In 1933 wordt het RLM (Reichsluftfahrtministerium) opgericht, en de Duitse luchtvaartindustrie kan zich onder toezicht van dit RLM weer gaan toeleggen op het ontwerpen van militaire toestellen. De firma Messerschmitt gaat op in de Bayerische Flugzeugwerke (BFW) en het is onder die noemer dat zowel de 4-zitter Bf108 (1934), éénzitsjager Bf109 (1935) en de tweemotorige “Zerstörer” Bf110 (1936) ontstaan. Bf dus, voor Bayerische Flugzeugwerke !
In 1938 bracht Willy Messerschmitt het tot bedrijfsleider van BFW, waarna de firma herdoopt werd in Messerschmitt AG. Alle vliegtuigen die vanaf dan ontworpen werden kregen het voorvoegsel “Me” : Me163, Me262, enz…
Men zou dus kunnen stellen dat alle vliegtuigen die onder de firma Messerschmitt AG gebouwd werden in aanmerking komen voor het voorvoegsel “Me”, zonder rekening te houden met hun oorspronkelijke “Bf” aanduiding toen de firma nog BFW heette. De gangbare denkpiste hier is echter om het voorvoegsel te behouden zoals dat werd toegekend ten tijde van het ontwerp : Bf108, Bf109 en Bf110. We merken op dat dit geen in marmer gebeitelde regel is, sommige auteurs zijn de mening toegedaan dat een consequent gebruik van “Me” de leesbaarheid en herkenbaarheid ten goede komt - zij gebruiken dan ook steevast de aanduidingen Me108, Me109 en Me110. Juist of fout ? Laat ons maar zeggen dat het vooral een kwestie van interpretatie of persoonlijke smaak is.

Handig om weten : de correcte aanduiding voor zowat alle Duitse vliegtuigtypes uit de periode 1933-1945 bestaat uit 2 letters (hoofdletter gevolgd door kleine letter) verwijzend naar de firma die het ontwerp maakte (Messerschmitt Me, Focke-Wulf Fw, Heinkel He, Henschel Hs, Arado Ar, enz…) direct gevolgd door 2 of 3 cijfers. Deze cijfers werden trouwens door het RLM toegekend en zijn uniek over alle fabrikanten heen, er is dus maar 1 “109” (Bf109), 1 “190” (Fw190), 1 “123” (Hs123). Merk op dat er geen scheidingsteken (spatie, punt of streepje) tussen de letters en de cijfers gebruikt wordt.
Na de cijfers vinden we in veel gevallen nog een letter terug, die duidt op de versie. Vliegtuigen die, eens in productie, geen wijzigingen of verbeteringen ondergaan zijn eerder zeldzaam, vandaar dat opeenvolgende letters werden toegekend voor belangrijke aanpassingen : bv. Bf109E of Bf109G (andere motor, afgeronde vleugeltips, enz...). In een aantal gevallen worden die versies nog eens onderverdeeld in subversies, om kleinere verschillen aan te duiden. In dat geval wordt de eerder genoemde versieletter gevolgd door een streepje en een getal : bv. Bf109G-2  of Bf109G-6 (voorzien van zwaardere bewapening).
Specifiek voor de Bf109 : soms worden nog “opties” toegevoegd aan de typebenaming, en dat vinden we terug onder de vorm “/Ux” waarbij de x een cijfer voorstelt. De “U” (Umbau) opties, te monteren in the field, waren van een permanente aard aangezien het aanbrengen hiervan effectief een (beperkte) ombouw van het vliegtuig noodzaakte. Zo was er een U4 optie voor een aantal Bf109G varianten  waarbij een 30mm kanon boven de motor gemonteerd werd in de plaats van het standaard 20mm kanon. Een volledige typeaanduiding voor een late Bf109 kan dus de vorm “Bf109G-6/U4” aannemen.
Om het overzichtje compleet te houden : er bestonden ook nog opties onder de benaming “Rüstsatz” (R gevolgd door een Romeins cijfer). Dit waren “kits” die in the field al dan niet konden gemonteerd worden zonder dat hiervoor aanpassingen aan het vliegtuig nodig waren. Het al dan niet aanwezig zijn van zo’n Rüstsatz wijzigt de typeaanduiding niet. In de literatuur levert dit soms verwarring op aangezien Messerschmitt de typetoevoeging /Rx soms gebruikte voor aanpassingen op de productielijn (de /R staat in dat geval dus NIET voor de montage van een Rüstsatz). Soms werden bepaalde toestellen tijdens productie namelijk aangepast voor specifieke doeleinden, bv. het aanbrengen van camera’s voor verkenning (bv. Bf109G-4/R2 - afgezien van de camera’s identiek aan de Bf109G-4) of het toevoegen van apparatuur voor het gebruik als nachtjager (bv. Bf109G-6N - let op het feit dat de letter N hier niet wordt voorafgegaan door een slash).

Nog een kleine voetnoot : er is maar één correcte schrijfwijze voor de eigennaam “Messerschmitt” (deze dus). Varianten met enkele eind-t of zelfs dt, nochtans wijdverbreid in zogenaamde vakliteratuur, zijn hopeloos fout. Ooit zag ik een wel heel creatieve versie : “Mescherschmidt”. Knap gevonden, dat wel ! Na het raadplegen van dit artikel zijn er geen excuses meer voor een foutieve schrijfwijze.

(Geraadpleegde bronnen: Wikipedia (o.a.
deze informatieve pagina) - Messerschmitt, Aircraft Designer Armand Van Ishoven, Gentry Books 1975 - Messerschmitt Bf109 - The Augsburg Eagle William Green, Jane’s 1971)

(Tekst & Foto’s : Guido Van Roy)

Klik op de foto van de Bf109 en de Me262 hieronder voor enkele illustratieve beelden bij dit artikel.