LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen

LUNAK
MILITAIRE TYPEAANDUIDINGEN DEEL 3 - FRANKRIJK

Hoewel in de beginjaren van de luchtvaart de fabrieksnaamgeving door vrijwel alle militaire gebruikers werd overgenomen dook in Frankrijk vrij snel een vorm van systematische aanduidingen op. De Franse Aéronautique Militaire vulde de fabrieksaanduiding aan met één of twee letters om de rol van het betreffende vliegtuig aan te geven gevolgd door een cijfer dat het aantal bemanningsleden voorstelde. Deze militaire typeaanduiding werd soms op het blauw/wit/rode richtingsroer van het vliegtuig in kwestie aangebracht, voorafgegaan door de naam van de fabrikant afgekort tot 1, 2 of 3 letters. Enkele voorbeelden : de Breguet XIV in zijn bommenwerper versie werd de Bre 14B2 (bombardier, 2 places), in zijn Artillerie-observatie uitvoering werd het de Bre 14A2. De Spad VII werd de S  7C1 (chasseur, 1 place), zijn opvolger Spad XIII de werd S 13C1 - Spad bracht dit echter vrijwel nooit op het richtingsroer aan. Ook buitenlandse vliegtuigen in Franse dienst werden op een gelijkaardige manier geïdentificeerd. Zo kreeg de Sopwith 1 ½ Strutter in Franse dienst op zijn richtingsroer de aanduiding “Sop 1A2” mee : “Sop 1” als afkorting van “Sopwith 1 ½ Strutter” en “A2” voor zijn rol als “Attaque” vliegtuig met “2” bemanningsleden.
Het systeem bleef in voege tot de 2e Wereldoorlog. Het is trouwens via dit identificatiesysteem dat de Franse firma Lioré et Olivier haar populaire bijnaam “LeO” kreeg (de afgekorte fabrieksnaam zoals die op het richtingsroer voorkwam gevolgd door type, rol en aantal bemanningsleden - voorbeeld : LeO 45B4, een middelzware 2-motorige bommenwerper met 4 bemanningsleden).

Vanaf 1946 stelde de Franse militaire luchtvaart (Armée de l’Air, Armée de Terre en Aéronavale) zich voor haar vliegend materieel tevreden met namen die bedacht werden in samenspraak met de fabrikant, op dat moment vrijwel uitsluitend sinds 1936 genationaliseerde bedrijven.
Bij Aérospatiale (inmiddels via Eurocopter ingelijfd bij Airbus Helicopters) waren het vooral dierennamen die de dienst uitmaakten, bv. Alouette (leeuwerik), Puma (poema), Frelon (horzel), Gazelle (gazelle). Dassault-Bréguet gebruikte o.a. benamingen die verband hielden met weersverschijnselen, bv. Ouragan (wervelwind), Rafale (rukwind), Mirage (luchtspiegeling), Alizé (passaatwind), al waren er ook enkele buitenbeentjes zoals Mystère (misterie) of Etendard (standaard).
Vooral bij de gevechtsvliegtuigen, die dikwijls in verschillende versies in dienst genomen werden, was het de gewoonte een letter toe te voegen die de rol van het toestel aangaf : C (chasse - jachtvliegtuig), E (écolage - lesvliegtuig), B (biplace - tweezitter), A (appui of attaque - grondsteun of grondaanval), R (reconnaissance - verkenning). Omdat op elke regel uitzonderingen bestaan gebruikte Dassault de letter E bij de Mirage III E niet voor de trainervariant maar voor een grondig verbeterde Mirage III C. De overeenkomstige tweezitsvariant werd van Mirage III B omgedoopt in Mirage III D (Duo - tweezitter).
We merken op dat de vliegtuignamen zelf dikwijls betrekking hebben op een ganse familie van toestellen die soms slechts qua concept over een zekere onderlinge verwantschap beschikken. Zo omvat de Mirage familie een aantal sterk verschillende modellen :
- De Mirage I was in eerste instantie een experimenteel toestel waarmee het concept van de deltavleugel op punt gesteld werd.
- De grotere Mirage III, oorspronkelijk bedoeld als interceptor, en de hiervan afgeleide Mirage 5 (Arabische “5” in plaats van de verwachtte Romeinse “V”, zie verder) die een vereenvoudigde uitvoering van de III was voor hoofdzakelijk grondaanvallen, werd (en wordt nog steeds) over de hele wereld operationeel gebruikt.
- De Mirage V, een VTOL-prototype (Vertical Take Off and Landing - de V in de benaming is inderdaad geen Romeinse “V” (5) maar staat hier voor Vertical) was een puur experimenteel toestel dat de weg moest effenen voor een operationele Mirage III variant, de Mirage III V. Ongevallen tijdens testvluchten met zowel de Mirage V als met één van de prototypes van de III V leidden tot een vroegtijdige stop van het Franse VTOL project.
- De Mirage IV werd een grote tweemotorige bommenwerper die er weliswaar als een grotere Mirage III uitzag maar constructief een volledig verschillend toestel was.
- Van de Mirage F werd een hele familie varianten uitgedacht, allen met een romp waarvan de voorkant verwantschap met de Mirage III en Mirage 5 vertoonde. Het achterste en centrale deel van de romp was echter nieuw ontworpen om de hoog gemonteerde pijlvleugels en de horizontale staartvlakken te kunnen monteren. Enkel de F1-versie bracht het tot serieproductie.
- Ook van de 2-motorige Mirage G werd een reeks toestellen met pijlvleugels uitgewerkt, de G8 variant met zijn variable sweep vleugels bracht het tot 2 vliegende prototypes.
- De laatste Mirage varianten, die behalve een deltavleugel absoluut geen familiale overeenkomst met eerdere Mirages vertoonden, waren de Mirage 2000 die in diverse 1- en 2-zitsuitvoeringen in dienst kwam, en de veel grotere 2-motorige Mirage 4000 waarvan slechts 1 vliegend prototype gebouwd werd.
Anders gezegd : hoewel allemaal Mirages zijn de hoger genoemde toestellen onderling compleet verschillend.
Om het Mirage-plaatje compleet te maken : de basisnaamgeving (Mirage III, Mirage 5, Mirage 2000) werd in veel gevallen door de fabrikant aangevuld met letters die meestal een combinatie van rol en gebruiker vormden. Zo werd de Mirage 5 voor de Belgische Luchtmacht bekend als Mirage 5BA (Belgique - Attaque), 5BD (Belgique - Duo) en 5BR (Belgique - Reconnaissance).
Zoals we uit het bovenstaande kunnen concluderen waren de Franse militairen er vrij snel bij om een min of meer gestructureerd systeem van typeaanduidingen in gebruik te nemen, maar sinds het einde van de 2e Wereldoorlog werd hiervan afgestapt ten voordele van soms poëtische vliegtuignamen. Franse flair ?

(Geraadpleegde bronnen: Wikipedia - Air International (tijdschrift, diverse nummers) - eigen documentatie)

In deel 4 behandelen we de (ingewikkelde) naamgeving van militaire vliegtuigen in Japan.

(Tekst & Foto’s : Guido Van Roy)


Klik op onderstaande foto om de fotopagina te raadplegen.