LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen

LUNAK
SUPERMARINE SPITFIRE VROEGER & NU - DEEL 2

Zie ook Deel 1

Civiel gebruik na de 2e Wereldoorlog
Bij het beëindigen van de 2e Wereldoorlog werden de actieve geallieerde luchtmachten geconfronteerd met een gigantische vloot overbodig geworden vliegtuigen. Zo ook de RAF, die noodgedwongen een flink aantal Spitfires buiten dienst stelde en deels verkocht aan landen die na de bezettingsjaren weer een eigen luchtmacht moesten opbouwen. Op deze manier verwierven o.a. Nederland en België op vrij korte tijd weer een daadkrachtige luchtmacht. Voor de oudere Spitfire versies was uiteraard weinig interesse aangezien er van de modernste uitvoeringen voldoende toestellen beschikbaar waren. De niet langer gewilde oudere vliegtuigen werden vaak, compleet met motor, propeller en instrumenten  en soms zelfs vliegwaardig, aan minder dan de schrootprijs verkocht. Zo kocht Group Captain Allen Wheeler in oktober 1946 de Spitfires Mk.Ia (serial AR213) en LF Mk.Vb (AB910), die hij respectievelijk als G-AIST en G-AISU liet registreren. Met G-AISU, in een fraai blauw/geel kleurenschema, nam hij deel aan enkele air races, maar na een zware landing die structurele schade veroorzaakte verkocht hij het toestel in 1955 aan Vickers-Armstrong (waarvan Supermarine deel uitmaakte). Sinds 1965 behoort deze Spitfire tot de vloot van de RAF Battle of Britain Memorial Flight. In 2024 onderging het toestel een grote onderhoudsbeurt om het weer in topvorm klaar te hebben voor het airshowseizoen van 2025.

Rolls-Royce, bouwers van zowel de Merlin als Griffon motoren die o.a. op de Spitfire werden gemonteerd, kocht in 1949 de Spitfire F.14e RM689. Hiermee zou de firmanaam op luchtvaartevenementen allerhande in de kijker worden gezet terwijl het ook voor communicatievluchten voor de firma zou worden ingezet. Het toestel werd als G-ALGT geregistreerd en vloog aanvankelijk in een eenvoudig kleurenschema : volledig aluminiumkleurig met een blauwe band over de romp. Later werd het herschilderd in een smaakvol kleurenschema met wit en lichtblauw als hoofdkleuren en donkerblauw als accentkleur. Later werd ook deze Spitfire van een oorlogsjasje met RAF kentekens voorzien. Jammer genoeg was het toestel betrokken in een dodelijke crash tijdens de Woodford Airshow in 1992. Het weinige dat er van het toestel nog overbleef werd later gebruikt bij de constructie van een nieuwe romp. Blijkbaar viel het project daarna stil en voor zover bekend is de “nieuwe” RM689/G-ALGT nooit afgewerkt.
Leuk weetje : RM689 vloog van 1 maart 1945 tot 5 april 1945 bij het RAF (Belgian) 350 Sqn, op dat ogenblik gestationeerd op Eindhoven. 350 Sqn zou kort daarna worden uitgerust met de minder krachtige Spitfire LF.16 om het op gelijke voet te brengen met zustersquadron 349.

De Spitfire werd uitsluitend gebouwd als éénzitter. Pas laat in de 2e Wereldoorlog kwam het besef dat een tweezits Spitfire als overgangstrainer wenselijk was. Eerder waren er weliswaar enkele onofficiële pogingen gedaan om de Spitfire van een tweede zitje te voorzien, (o.a. in Zuid Afrika en Rusland) maar in de loop van 1944 startte Supermarine zelf met een bescheiden ombouwprogramma op basis van de Spitfire F Mk.IX, die in zijn tweezitsvorm omgedoopt werd in T Mk.IX (latere notatie : Tr.IX of Tr.9). Achter de bestaande cockpit werd een tweede volledig uitgeruste cockpit onder een grote “bubble canopy” aangebracht. De vraag naar de tweezitter bleef echter beperkt en Vickers-Supermarine voltooide slechts een 20-tal conversies die na de oorlog o.a. in Ierland en Nederland gebruikt werden. Toch hoopte men op meer en de firma kocht daarom een uitgediende Spitfire F Mk.VIII (serial MT818) die men ombouwde naar de tweezitsconfiguratie als T Mk.VIII. Het toestel kreeg de civiele registratie G-AIDN en werd door Vickers-Supermarine gevlogen in de periode 1946-1952 voor zowel demonstratiedoeleinden als in luchtraces. Aanvankelijk vloog G-AIDN in een volledig lichtblauw kleurenschema, later werd het donkerblauw met een witte lijn over de romp, daarna geel om, zoals zoveel hedendaagse Spitfires, te eindigen in een RAF camouflageschema. Vanaf 1986 vloog deze Spitfire T Mk.VIII in de USA als N58JE maar in 2007 kwam het toestel terug naar het geboorteland om er weer de oude registratie G-AIDN op te nemen.

Eén van de naoorlogse taken waarbij uitgediende ex-militaire Spitfires werden ingezet door burgerfirma’s was het slepen van luchtdoelen. In Nederland bijvoorbeeld verzorgde Schreiner & Co NV met 4 ex-Koninklijke Luchtmacht Spitfires deze opdracht (1 T Mk.IX tweezitter met registratie PH-NFN en 3 F Mk.IX éénzitters met de registraties PH-NFO, -NFP en -NFR). Omdat het bij het vuren op deze luchtdoelen van essentieel belang was dat het sleepvliegtuig (letterlijk) buiten schot bleef werden de Schreiner Spitfires in een opvallend oranje kleurtje  geschilderd.

Een buitenbeentje tussen de huidige vliegwaardige Spitfires is de Mk.IX G-IRTY (ex RAF MJ271, later Koninklijke Luchtmacht H-8), ook wel de Silver Spitfire genoemd. Het toestel draagt geen militair jasje maar is integendeel glanzend gepolijst. Onder deze vorm maakte G-IRTY in 2019 een vlucht rond de wereld, een opvallende prestatie voor een vliegtuig dat in 1943 gebouwd werd !

Tegenwoordig worden steeds meer vliegwaardige originele éénzits Spitfires omgebouwd als tweezitter. De reden is duidelijk : betalende passagiers dragen op die manier bij aan de fondsen die onvermijdelijk nodig zijn om deze oude toestellen vliegend te houden. Sommige conversies benaderden de ombouw zoals destijds door Supermarine gepromoot, andere omgebouwde toestellen kregen een 2e cockpit die de contouren van de romp minder aantast.

Leuk weetje : de Spitfires van de RAF Battle of Britain Memorial Flight (BoBMF) zijn de enige Spitfires ter wereld die nog steeds in militaire dienst zijn en dus niet over een burgerregistratie beschikken. De BoBMF is inderdaad een militaire eenheid binnen de RAF die uitsluitend met militaire vliegtuigen vliegt. Wel is het zo dat ex-militaire vliegtuigen op het Britse burgerregister niet verplicht zijn hun burgerregistratie zichtbaar te dragen op voorwaarde dat het vliegtuig identificeerbaar is aan de hand van de militaire kentekens op romp en/of vleugels. De gepolijste Spitfire G-IRTY, die geen enkele verwijzing draagt naar zijn eerdere militaire loopbaan, is dus voorzien van een duidelijk leesbare burgerregistratie, terwijl bv. de Spitfire G-ASJV, in volledige RAF beschildering met zijn oorspronkelijk RAF serial MH434 mag blijven rondvliegen zonder zichtbare burgerregistratie. Op dat vlak is het Britse civiele register beslist een uitzondering te noemen !

Bronnen : internet (o.a. Wikipedia, BelgianWings.be, KeyAero), eigen documentatie, Van Spitfire tot Fighting Falcon (Jan Govaerts, 1983), Luchtstrijdkrachten België, Vliegtuig- en registratieoverzicht 1945-2007 (Daniel Brackx), Het verdronken vliegveld van Keerbergen (Frans Van Humbeek, 2003)

In deel 3 belichten we zowel de Spitfires met een buitenlandse civiele registratie maar Belgische (militaire) roots, als de Spitfires die van een Belgische civiele registratie werden voorzien.

(Tekst : Guido Van Roy - Foto’s : Jef Pets, Sam Pets, Daniel Neyt, Daniël Vermeersch, Raymond De Clercq, Armand Thys, G. Hermans, Guido Van Roy - Profieltekeningen : Guido Van Roy)

Klik op de Spitfire hierna voor de fotoreeks bij dit tweede deel.